Met de richtlijnen in dit artikel zorg je dat e-mails juist worden bezorgd bij persoonlijke Gmail-accounts. Een persoonlijk Gmail-account is een account dat eindigt op @gmail.com of @googlemail.com.

Google Workspace-afzenders: Als je Google Workspace gebruikt om grote hoeveelheden e-mails te sturen, check je het Spam- en misbruikbeleid voor Gmail. Dit beleid is onderdeel van het Beleid voor acceptabel gebruik van Google Workspace.

Updates van de vereisten voor afzenders

In deze tabel staan de updates van de richtlijnen voor afzenders:

Richtlijnen voor afzenders

Volg deze richtlijnen om te zorgen dat berichten worden bezorgd bij Gmail-accounts zoals verwacht en om te voorkomen dat Gmail de verzendfrequentie beperkt, berichten blokkeert of berichten markeert als spam.

Ga naar de Veelgestelde vragen over de richtlijnen voor e-mailafzenders voor meer informatie over hoe je aan deze vereisten voldoet.

Vereisten en aanbevelingen voor e-mailverificatie

We vereisen dat je deze methoden voor e-mailverificatie instelt voor je domein. Voor geverifieerde berichten geldt het volgende:

• Ze beschermen ontvangers tegen schadelijke berichten, zoals spoofing en phishingberichten.
• Ze beschermen jou en je organisatie tegen nabootsing van je identiteit.
• Ze worden minder snel geweigerd of gemarkeerd als spam door Gmail.

Stel e-mailverificatie voor al je verzenddomeinen in via je domeinprovider. Volg niet alleen onze instructies, maar check ook de instructies voor e-mailverificatie van je domeinprovider.

Google controleert of berichten die naar Gmail-accounts zijn gestuurd, zijn geverifieerd. We raden je aan altijd SPF, DKIM en DMARC in te stellen voor je domeinen om de e-mailbezorging te verbeteren. Zorg dat je voldoet aan de minimale verificatievereisten uit de Richtlijnen voor afzenders. Berichten die niet met deze methoden zijn geverifieerd, kunnen worden gemarkeerd als spam of worden geweigerd met de foutcode 5.7.26.

Als je een e-mailserviceprovider gebruikt, check je of deze de e-mails van je domein verifieert met SPF en DKIM.

We raden je aan altijd hetzelfde domein te gebruiken voor e-mailverificatie en om je openbare website te hosten.

SPF

Met SPF voorkom je dat spammers ongeautoriseerde berichten sturen die afkomstig lijken te zijn uit je domein. Stel SPF in door een SPF-record te publiceren in je domein. De SPF-record moet alle e-mailafzenders van je domein bevatten. Als afzenders van derden niet in de SPF-record staan, worden berichten van deze afzenders misschien gemarkeerd als spam. Vind meer informatie over hoe je een SPF-record maakt en deze toevoegt aan je domein.

DKIM

Zet DKIM aan voor het domein waarmee je e-mails stuurt. De ontvangstservers gebruiken DKIM om te verifiëren of de domeinhouder het bericht daadwerkelijk heeft gestuurd. Vind meer informatie over hoe je DKIM aanzet voor je domein.

Belangrijk: Je moet een DKIM-sleutel van 1024 bits of langer gebruiken om berichten te sturen naar persoonlijke Gmail-accounts. Uit veiligheidsoverwegingen raden we je aan een 2048-bits sleutel te gebruiken als je domeinprovider dit ondersteunt. Vind meer informatie over de lengte van DKIM-sleutels.

DMARC

Met DMARC kun je ontvangstservers laten weten wat ze moeten doen met uitgaande berichten van je domein die niet door de SPF- of DKIM-controle komen. Stel DMARC in door een DMARC-record voor je domein te publiceren. Berichten moeten geverifieerd zijn met SPF of DKIM om door de DMARC-controle te komen. Het verifiërende domein moet hetzelfde domein zijn als in de Van-header van het bericht. Vind meer informatie over hoe je een DMARC-record toevoegt aan je domein.

We raden je aan DMARC-rapporten in te stellen, zodat je e-mails die zijn gestuurd vanuit je domein (of e-mails waarvan het lijkt alsof die zijn gestuurd vanuit je domein) kunt controleren. Met DMARC-rapporten kun je checken of afzenders mogelijk je domein nabootsen. Vind meer informatie over DMARC-rapporten.

Als je DMARC instelt, kun je daarna eventueel BIMI instellen om je merklogo toe te voegen aan berichten die worden gestuurd vanuit je domein. Vind meer informatie over hoe je je merklogo toevoegt met BIMI.

ARC

ARC checkt de vorige verificatiestatus van doorgestuurde berichten. Als een doorgestuurd bericht door de SPF- of DKIM-verificatie komt, maar ARC aantoont dat het bericht eerder niet kon worden geverifieerd, behandelt Gmail het bericht als niet-geverifieerd.

We raden afzenders aan ARC-verificatie te gebruiken, vooral als ze regelmatig e-mails doorsturen. Vind meer informatie over ARC-verificatie.

Configuratie van de infrastructuur

IP-adressen

Het verzend-IP-adres moet een PTR-record hebben. Met PTR-records wordt gecontroleerd of de verzendhostnaam gekoppeld is aan het verzend-IP-adres. Elk IP-adres moet wijzen naar een hostnaam in de PTR-record. De hostnaam die in de PTR-record staat, moet een doorstuur-DNS bevatten die verwijst naar het verzend-IP-adres.

Stel geldige reverse DNS-records in voor de IP-adressen van je verzendserver die naar je domein wijzen. Met de tool Dig in de Google Admin Toolbox  kun je checken of er een PTR-record is.

Belangrijk: Het IP-adres van het verzendadres moet overeenkomen met het IP-adres van de hostnaam die in de Pointer-record (PTR-record) staat.

Gedeelde IP-adressen

Een gedeeld IP-adres is een IP-adres dat door meer dan één e-mailafzender wordt gebruikt. De activiteit van afzenders die een gedeeld IP-adres gebruiken, heeft invloed op de reputatie van alle afzenders voor dat gedeelde IP-adres.

Een negatieve reputatie kan van invloed zijn op de leveringssnelheid van je berichten.

Doe het volgende als je een gedeeld IP-adres gebruikt om e-mails te sturen:

• Check of het gedeelde IP-adres niet op een lijst met geblokkeerde IP-adressen staat. Berichten die worden gestuurd vanaf een IP-adres dat op een blokkeringslijst staat, worden eerder gemarkeerd als spam.
• Als je een e-mailserviceprovider voor je gedeelde IP-adres gebruikt, kun je de reputatie van het gedeelde IP-adres checken met Postmaster Tools.

Abonnementen

Stuur alleen e-mails naar mensen die berichten van je willen krijgen, zodat ze berichten uit je domein minder snel markeren als spam.

Als berichten uit je domein vaak als spam worden gemarkeerd, loop je meer risico dat toekomstige berichten ook worden gemarkeerd als spam. Zo krijgt je domein een slechte reputatie. Je kunt de reputatie van je domein controleren met Postmaster Tools.

Makkelijk abonneren

Zo zorg je dat ontvangers betrokken zijn:

• Laat ontvangers zich aanmelden om berichten van je te krijgen.
• Bevestig het e-mailadres van elke ontvanger voordat je ze abonneert.
• Stuur ontvangers af en toe een bericht om te bevestigen dat ze geabonneerd willen blijven.
• Overweeg gebruikers af te melden die je berichten niet openen of lezen.

Makkelijk afmelden

Maak het ontvangers altijd makkelijk om zich af te melden voor je berichten. Door mensen zich makkelijk te laten afmelden voor je berichten, kun je het openingspercentage, de klikfrequentie en de verzendefficiëntie verhogen. Met afmelden met één klik kunnen mensen zich makkelijk afmelden. Als je meer dan 5000 berichten per dag verstuurt, moeten je marketingberichten en berichten voor abonnees de mogelijkheid bieden voor afmelden met één klik.

Voeg deze beide headers toe aan je uitgaande berichten om afmelden met één klik in te stellen:

• List-Unsubscribe-Post: List-Unsubscribe=One-Click
• List-Unsubscribe: <https://solarmora.com/unsubscribe/example>

Als een ontvanger zich afmeldt met één klik, krijg je dit POST-verzoek:

"POST /unsubscribe/example HTTP/1.1
Host: solarmora.com
Content-Type: application/x-www-form-urlencoded
Content-Length: 26
List-Unsubscribe=One-Click"

Je vindt meer informatie over List-Unsubscribe-headers in RFC 2369 en RFC 8058.

Meer afmeldmethoden die we aanraden:

• Stel in dat ontvangers de afzonderlijke mailinglijsten kunnen checken waarop ze zijn geabonneerd. Geef gebruikers de mogelijkheid zich af te melden voor afzonderlijke lijsten of alle lijsten tegelijk.
• Meld ontvangers automatisch af als je meerdere keren een bouncebericht krijgt van hun adres.

Berichtopmaak

Volg deze richtlijnen voor berichtopmaak om te zorgen dat Gmail je berichten bezorgt in de inbox en niet in de spammap:

• Gebruik de Internet Format Standard (RFC 5322) in je berichten.
• Als berichten in html-indeling staan, gebruik je de html-standaarden.
• Gebruik geen html en css om content te verbergen in je berichten. Als je content verbergt, kunnen berichten worden gemarkeerd als spam.
• Zorg dat er maar één e-mailadres staat in de Van-headers. Bijvoorbeeld:
  From: notifications@solarmora.com
• Zorg dat elk bericht een geldige bericht-ID heeft (RFC 5322).
• Zorg dat single-instance berichtheaders maar één keer voorkomen in een bericht. Voorbeelden van single-instance headers zijn From, To, Subject en Date (RFC 5322).
• Vermijd grote berichtheaders. Ga naar Limieten voor e-mailheaders in Gmail voor meer informatie.
• Weblinks in de berichttekst moeten zichtbaar en makkelijk te begrijpen zijn. Ontvangers moeten weten wat ze kunnen verwachten als ze op een link klikken.
• Gegevens van afzenders moeten duidelijk en zichtbaar zijn.
• Het onderwerp van een bericht moet relevant en niet misleidend zijn.
• Gebruik voor deze internationale domeinen de indeling van de Highly Restrictive richtlijnen in gedeelte 5.2 van de Unicode Technical Standard #39:
  • Verifiërend domein
  • Envelop Van-domein
  • Payload-domein
  • Antwoorddomein
  • Domein afzender

Richtlijnen voor verzending

Verklein met deze algemene best practices de kans dat berichten uit je domein door Gmail worden geblokkeerd of gemarkeerd als spam:

Best practices voor verzending

• Verifieer e-mail met onderling afgestemde SPF en DKIM. Als je een e-mailprovider gebruikt, check je of je provider dit ondersteunt.
• Stuur het liefst alle berichten vanaf hetzelfde IP-adres. Als je berichten via meerdere IP-adressen moet versturen, gebruik je voor elk type bericht een ander IP-adres. Gebruik bijvoorbeeld één IP-adres om accountmeldingen te sturen en een ander IP-adres om promotieberichten te sturen.
• Stel hetzelfde Van-adres in voor berichten met dezelfde categorie. Voor berichten van een domein met de naam solarmora.com kun je bijvoorbeeld de volgende Van-adressen gebruiken:
  • Berichten met verkoopbewijzen: sales@solarmora.com
  • Promotieberichten: aanbiedingen@solarmora.com
  • Berichten met accountmeldingen: melding@solarmora.com
• Berichten die zijn verstuurd via een adres in de contactenlijst van de ontvanger, worden minder snel gemarkeerd als spam.

Worst practices voor verzending

• Zet niet verschillende soorten content in hetzelfde bericht. Voeg bijvoorbeeld geen promoties toe aan berichten met aankoopbewijzen.
• Doe je niet zonder toestemming voor als een ander domein of andere afzender. Dat wordt spoofing genoemd. Gmail kan deze berichten markeren als spam.
• Markeer interne berichten niet als spam. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor de reputatie van je domein. Toekomstige berichten kunnen dan ook worden gemarkeerd als spam.
• Koop geen e-mailadressen van andere bedrijven.
• Stuur alleen berichten naar mensen die zich hebben aangemeld om berichten van je te krijgen. Ontvangers die zich daarvoor niet hebben aangemeld, kunnen je berichten markeren als spam en toekomstige berichten aan deze ontvangers worden dan ook gemarkeerd als spam.
• Gebruik geen aanmeldingsformulieren die standaard zijn aangevinkt, waardoor gebruikers automatisch worden geabonneerd. Sommige landen en regio's beperken automatische aanmelding. Check de wetten in je regio voordat je gebruikers automatisch aanmeldt.

Sommige legitieme berichten kunnen worden gemarkeerd als spam. Ontvangers kunnen geldige berichten markeren als geen spam, waardoor toekomstige berichten van de afzender in hun inbox worden bezorgd.

Het verzendvolume langzaam verhogen

Houd rekening met het volgende als je het verzendvolume verhoogt:

• Als je het verzendvolume te snel verhoogt, kunnen er problemen optreden met de bezorging. Terwijl je het verzendvolume geleidelijk verhoogt, kun je Postmaster Tools gebruiken om te checken of e-mails juist worden bezorgd.
• Voor werk- en schoolaccounts gelden de verzendlimieten ook als de ontvangers bij verschillende Google Workspace-domeinen horen. Voorbeeld: Je stuurt e-mails naar gebruikers via e-mailadressen met de domeinen your-company.net en solarmora.com. De domeinen zijn anders, maar als beide domeinen google.com als MX-record hebben, tellen berichten die naar deze domeinen worden gestuurd mee voor de limiet.
• Als je Google Workspace of Gmail gebruikt om e-mails te sturen: Als je de verzendlimiet hebt bereikt, beperkt Google Workspace de verzendfrequentie van berichten voor het verzend-IP-adres.

Als je grote hoeveelheden e-mails stuurt, raden we het volgende aan:

• Stuur e-mails in hetzelfde tempo. Stuur niet ineens veel e-mails tegelijk.
• Begin met een laag verzendvolume naar betrokken gebruikers en verhoog dit geleidelijk.
• Terwijl je het verzendvolume verhoogt, controleer je regelmatig de serverreacties, het spampercentage en de reputatie van het verzenddomein. Door regelmatige controles kun je snel aanpassingen maken als de verzendfrequentie wordt beperkt, als het spampercentage hoger wordt of als de reputatie van het verzenddomein minder wordt.
• Stuur niet ineens veel berichten als je dit in het verleden nog nooit hebt gedaan. Als je bijvoorbeeld het verzendvolume ineens verdubbelt, kan dit leiden tot rate limiting of een verlaagde reputatie van je domein.
• Als je de indeling van bulkmails wijzigt, verhoog je geleidelijk het gedeelte van het verkeer met de nieuwe indeling.
• Als je belangrijke wijzigingen aanbrengt in de verzendinfrastructuur of de structuur van e-mails of e-mailheaders, verhoog je onafhankelijk het gedeelte van het verkeer met de aanpassingen.
• Als berichten terugkomen of worden uitgesteld, verlaag je het verzendvolume totdat het SMTP-foutpercentage afneemt. Daarna kun je het weer geleidelijk verhogen. Als je berichten ook bij een laag verzendvolume terugkomen of worden uitgesteld, check je individuele berichten op problemen. Je kunt bijvoorbeeld een leeg testbericht sturen en checken of dit problemen veroorzaakt.
• Blijf binnen de IP-verzendlimieten:
  • Houd rekening met verzendlimieten voor e-mails als je e-mails stuurt vanuit een domein met de MX-host Google.com.
  • Stuur e-mails vanaf één IP-adres, gebaseerd op het domein met de MX-record, niet het domein in het e-mailadres van de ontvanger.
  • Check de reacties zodat je het verzendvolume kunt wijzigen om binnen de limieten te blijven.

Deze factoren zijn van invloed op hoe snel je het verzendvolume kunt verhogen:

• Het aantal gestuurde e-mails: Hoe meer e-mails je stuurt, hoe geleidelijker je het verzendvolume moet verhogen.
• De frequentie van gestuurde e-mails: Je kunt het verzendvolume sneller verhogen als je dagelijks e-mails stuurt, dan als je wekelijks e-mails stuurt.
• Feedback van ontvangers over je berichten: Zorg dat je alleen berichten stuurt naar mensen die zich hebben geabonneerd op je e-mails en geef ontvangers de mogelijkheid zich af te melden.

Als er een recente piek is geweest in de e-mailactiviteit maar je je aan de best practices hierboven houdt, worden bezorgingsproblemen meestal automatisch opgelost bij het opnieuw sturen.

Speciale overwegingen

Over het gebruik van e-mailserviceproviders

Google en Gmail accepteren geen verzoeken van e-mailproviders om op de toelatingslijst te worden gezet. We kunnen niet garanderen dat berichten die door e-mailproviders worden gestuurd, door de spamfilters van Gmail komen.

Als je een externe e-mailprovider gebruikt om e-mails te sturen namens je domein, doe je het volgende:

• Check of de provider de richtlijnen in dit artikel volgt. Grote providers, zoals Google, AOL en Yahoo, volgen deze richtlijnen meestal wel.
• Zorg dat de SPF-record van je domein verwijzingen bevat naar alle e-mailafzenders van je domein. Als afzenders van derden niet in de SPF-record staan, worden berichten die via deze providers worden gestuurd waarschijnlijk gemarkeerd als spam. Meer informatie over hoe je een SPF-record instelt

Als je een domeinprovider gebruikt maar zelf je e-mail beheert, raden we het volgende aan:

• Volg de best practices in dit artikel om e-mails te sturen naar Gmail-accounts.
• Gebruik Postmaster Tools om informatie te vinden over berichten die vanuit je domein naar Gmail-accounts zijn gestuurd.

E-mailproviders van derden

Als klanten jouw service gebruiken om e-mails te sturen, ben jij verantwoordelijk voor de berichten die ze sturen. We raden je aan deze stappen te volgen om de verzendactiviteit van klanten te beheren:

• Geef een e-mailadres waarop mensen misbruik kunnen melden, bijvoorbeeld abuse@mail-provider.com.
• Zorg dat de contactgegevens in je WHOIS-record en op abuse.net up-to-date zijn.
• Verwijder meteen klanten die je service gebruiken om spam te sturen.

Affiliate marketing

Affiliate-marketingprogramma's belonen bedrijven of individuen die bezoekers naar je website leiden. Maar spammers kunnen deze programma's misbruiken. Als je merk wordt gekoppeld aan marketingspam, kunnen andere berichten die je stuurt ook worden gemarkeerd als spam.

We raden je aan regelmatig je partners te controleren en ze te verwijderen als ze spam versturen.

Testphishingberichten

Stuur geen testphishingberichten of testcampagnes vanuit je domein. Hierdoor kan de reputatie van je domein negatief worden beïnvloed en kan je domein op lijsten met geblokkeerde domeinen terechtkomen.

Controle en probleemoplossing

Postmaster Tools

Gebruik Postmaster Tools om informatie te vinden over de e-mails die je naar Gmail-gebruikers stuurt, zoals:

• Wanneer ontvangers je berichten markeren als spam.
• Waarom je berichten niet worden bezorgd.
• Of je berichten zijn geverifieerd.
• De reputatie van je domein of IP-adres en de invloed hiervan op de leveringssnelheid van berichten.

Spampercentage

• Controleer het spampercentage van je domein regelmatig in Postmaster Tools.
• Houd de spampercentages die in Postmaster Tools worden gerapporteerd onder de 0,10% en zorg dat je nooit een spampercentage van 0,30% of hoger bereikt. Meer informatie
• Door een laag spampercentage te behouden, zijn afzenders beter bestand tegen incidentele pieken in de gebruikersfeedback.
• Een langdurig hoog spampercentage leidt ertoe dat meer berichten worden geclassificeerd als spam. Als het spampercentage verbetert, kan het even duren voordat dit een positief gevolg heeft voor de spamclassificatie.

Percentage geopend

• Google houdt niet bij of berichten geopend zijn.
• Google kan niet controleren of percentages kloppen die door derden zijn gemeld.
• Een laag percentage geopende berichten is niet altijd een goede indicator van bezorgbaarheid of van berichten die geclassificeerd zijn als spam.

Problemen oplossen

Waarschuwingsbanners

• Check via Google Safe Browsing regelmatig of je domein niet is gemarkeerd als onveilig.
• Als je de status van je domein wilt checken, voer je de domeinnaam in op de pagina voor de sitestatus van Safe Browsing.
• Check ook alle andere domeinen die aan je domein gekoppeld zijn.

Bezorgingsproblemen als je berichten stuurt via e-mailserviceproviders

Als je problemen ondervindt met e-mails die door een serviceprovider worden gestuurd, check je of de provider de richtlijnen in dit artikel volgt.

Domeininstellingen controleren via de Google Admin Toolbox

Gebruik de Google Admin Toolbox om de instellingen voor je domein te checken en problemen op te lossen.

Problemen met de bron van geweigerde e-mails oplossen

Als je berichten worden geweigerd, krijg je waarschijnlijk een foutmelding. Kom meer te weten over de fout zodat je het probleem kunt oplossen. Dit zijn enkele veelvoorkomende foutmeldingen:

• 421, 4.7.0: Berichten worden geweigerd omdat het IP-adres van de verzendserver niet op de toegestane lijst staat voor het domein van de ontvanger.
• 550, 5.7.1: Berichten worden geweigerd omdat het IP-adres van de verzendserver op een lijst met opgeschorte IP-adressen staat. Je kunt deze foutmelding krijgen als je e-mails stuurt via een gedeeld IP-adres met een slechte reputatie.

Meer informatie over foutmeldingen voor e-mail en SMTP:

• SMTP-foutreferentie
• Problemen met teruggestuurde of geweigerde e-mails oplossen

IPv6-autorisatiefouten oplossen

Als je een IPv6-autorisatiefout krijgt, kan dat betekenen dat de PTR-record voor de verzendserver geen IPv6 gebruikt. Als je een e-mailserviceprovider gebruikt, check je of deze een IPv6 PTR-record gebruikt.

Dit is een voorbeeld van een IPv6-autorisatiefout:

550-5.7.1: Het bericht voldoet niet aan de IPv6-richtlijnen voor PTR-records en verificatie.

De probleemoplossingstool gebruiken

Als je nog steeds problemen ondervindt met e-mailbezorging nadat je de richtlijnen in dit artikel hebt gevolgd, ga je naar Probleemoplossing voor afzenders met problemen met e-mailbezorging.

Er zijn vertalingen van ons beleid beschikbaar. Als de tekst van dit beleid en de tekst van de Engelse versie van het beleid tegenstrijdig zijn, heeft de tekst van de Engelse versie van het beleid voorrang.

Gerelateerde onderwerpen

• Veelgestelde vragen over de richtlijnen voor e-mailafzenders
• Problemen met terugkomende e-mails oplossen
• Problemen oplossen met berichten die zijn geweigerd door Google Groepen